Gedichtendag

Gedichtendag 439 670 Bart Van Loo

Lees vandaag ook poëzie uit de vijftiende eeuw.

Dichter Karel van Orléans had nogal een leven. Zijn vader werd vermoord in opdracht van de Bourgondische hertog Jan zonder Vrees, zelf werd hij na de slag bij Azincourt (1415) levend vanonder een stapel lijken gesleurd door de Engelsen en verdween hij voor een kwarteeuw in Engelse hechtenis. En kijk, daar ontpopte hij zich tot dé dichter uit de Franse middeleeuwen (enfin, een goede tweede na François Villon). In mijn boek speelt hij een belangrijke bijrol, en op p. 385 citeer ik zijn prachtgedicht “De Tijd wierp zijn mantel neer”, in de vertaling van Paul Claes.

De Tijd wierp weer zijn mantel neer
Van wind, van vrieskou en van regen
En heeft een kanten tooi gekregen.
Van klare zon en stralend weer.

Er is geen wild of vogel meer
Wiens roep of zang het houdt verzwegen:
De Tijd wierp weer zijn mantel neer
Van wind, van vrieskou en van regen.

Rivier en bron en beek gaan weer
In glanzende livrei bewegen,
Met zilverdruppels rijk doorregen.
Geen draagt zijn kleren van weleer:
De Tijd wierp weer zijn mantel neer
Van wind, van vrieskou en van regen.