Delft

Delft 640 1136 Bart Van Loo

DE ZOEN VAN DELFT
Fijne avond op amper driehonderd meter van wat ooit een historisch decor was om u tegen te zeggen: de markt van Delft waar Jacoba van Beieren en Filips de Goede elkaar op 3 juli 1428 na een heftige oorlog diep in de ogen keken en vrede sloten. Ik dwaalde er na afloop van mijn optreden rond, en vroeg me af of die twee iets tegen elkaar zouden hebben gezegd dat het zuiver protocollaire oversteeg. Tenslotte waren ze nicht en neef van elkaar. Ik gok erop van wel, maar wat dan juist? Een ding weet ik wel zeker: ze voerden dat gesprek in het Frans. De verklaring van “De Zoen van Delft” zelf werd dan weer zowel in het Diets als het Frans voorgelezen aan de bevolking.

Fragment uit het boek:
“Om de overeenkomst officieel te bezegelen had de hertog op de markt van Delft een groot podium laten opstellen. Filips de Goede en Jacoba van Beieren gaven elkaar geen zoen op de mond, zoals lang de gewoonte was geweest, maar ondertekenden met de nodige zin voor ceremonieel het vredesverdrag voor het te hoop gelopen publiek. Ondanks het ontbreken van die kus werd de overeenkomst de Zoen van Delft genoemd. De eerste betekenis van het woord ‘zoenen’ was immers niet ‘kussen’, maar ‘verzoenen’, al ging dat laatste vaak gepaard met een vredeskus. Minstens drie jaar lang hadden ze elkaar niet gezien, nu stonden nicht en neef tegenover elkaar. Over de emoties die de ontmoeting bij deze twee gevoelige mensen moet hebben opgeroepen zwijgen kroniekschrijvers, maar opluchting zal er minstens zijn geweest. Eindelijk pais en vree. Ogenschijnlijk bewogen de twee gemoedelijk door de straten van Delft.” (Lees verder op p. 252 van “De Bourgondiërs”)