Van 13 tot 23 november loopt de jaarlijkse Week van de Smaak. Het themaland dit jaar is Frankrijk. Een vooruitblik op wat allemaal mogelijk is. Later serveer ik u nog een exclusief Frans literair menu.
Gastronomie wordt in Frankrijk gekoesterd als een van de kostbaarste schatten van het vaderlandse patrimonium. Je kunt moeiteloos een uit de kluiten gewassen bibliotheek samenstellen met de kookboeken die onze zuiderburen sinds de middeleeuwen uit hun smakelijke pennen distilleerden. Dit appetijtelijke verhaal neemt een aanvang bij de gargantueske middeleeuwse banketten en baant zich via verrassende smaakverschuivingen een weg tot in de twintigste eeuw waar de Michelinsterren aan het gastronomisch firmament verschijnen. Alleen al de boeiende geschiedenis van de Franse “wetenschap van de mond” (Montaigne) bevat voldoende verteerbare stof om een prominente plaats op te eisen in de Week van de Smaak.
Met zo’n bruisende culinaire geschiedenis is het niet toevallig dat zelfs de Franse taal van al deze heerlijkheden doordrongen is. De makker met wie je je brood deelt, is niet zomaar je co-pain: vriendschap en eten zijn innig en talig verstrengeld. Evenmin is het toevallig dat savoir en saveur dezelfde etymologische roots hebben, dat kennis en smaak in Frankrijk onlosmakelijk met elkaar vervlochten zijn. Het zegt iets over de volksaard van onze zuiderburen. De Franse naam van heel wat gerechten is ondertussen trouwens gemeengoed geworden. Denk maar aan de bouillabaisse uit Marseille, de aïoli uit de Provence, de cassoulet uit het Zuid-Westen, de foie gras uit de Périgord en de tripes uit Normandië. Het Franse keukenjargon veroverde moeiteloos de wereld en vormt het ultieme bewijs van taal als raffinement. Pommes sautées, boulette de hachis, chicorée de Bruxelles: we moeten inderdaad toegeven dat het opwindender klinkt dan gebakken aardappelen met een gehaktbal en witlof… en we willen er dan ook wel wat meer voor betalen. In chique restaurants vind je de menu’s vaak in het Frans, en gelukkig maar want tétine (gekookte koeienuier), fraise de veau (kalfsingewanden) of animelles (ramstestikels) lokken in hun Franse verleidelijke gedaante waarschijnlijk meer liefhebbers dan in het Nederlands. Het is een bekoorlijke uitdaging om de Franse keukentaal onder de loep te nemen, warm te serveren en ten slotte langoureus te degusteren.
Je hoeft in Frankrijk niet per se zelf een maître cuisinier te zijn, maar elke rechtgeaarde Franzoos weet een succulente maaltijd altijd naar waarde te schatten en kan er ook moeiteloos een tijdje over oreren. De gastronomische hoogtepunten uit zijn leven zal hij bij tijd en wijle met veel zwier nakauwen. Fransen praten er niet alleen als de besten over, weinig naties hebben er ook zo veel over geschreven. Sinds mensenheugenis laven Franse schrijvers zich aan het zintuiglijke genot dat gepaard gaat met koken. Een zoektocht in tal van bibliotheken levert een schat aan literaire lekkernijen op… en het antwoord op talloze, succulente vragen. Geeft het oeuvre van François-René de Chateaubriand het geheim van de ideale steak prijs? Wat is het verband tussen Rimbaud en een perfect gekookt eitje? Hoe bereidde Alexandre Dumas olifantspoot? Zijn ook de eetgewoonten van de helden van markies de Sade pervers? Deze bijzondere wetenswaardigheden komen het best tot hun recht als je je gasten ermee verblijft bij het savoureren van een heerlijke Franse menu die ook komt aanvliegen uit het oeuvre van grote schrijvers. Waarom verwent u uw belezen vrienden niet met de preisoep van Marguerite Duras of de omelet van Honoré de Balzac? Of laat u uw beminde boekenwurm proefondervindelijk uitvlooien of de kip van Stéphane Mallarmé lekkerder is dan die van Alexandre Dumas?
De Franse gastronomie hoeft niet altijd een toonbeeld van sérieux te zijn, nu en dan word er ook een frivolere toon aangeslagen en kunnen culinaire genoegens moeiteloos gecombineerd worden met smaakvolle humor en literaire wijsheden. “De ontdekking van een nieuw gerecht draagt meer bij tot het geluk van de mensheid dan de ontdekking van een ster”, wist Anthelme Brillat-Savarin al, maar Charles Baudelaire had evenzeer gelijk toen hij schreef dat “elke gezonde man twee dagen zonder eten kan” en er streng aan toevoegde “zonder poëzie nooit”. De Week van de Smaak beschikt dit jaar over ontelbare mogelijkheden om zowel de peetvader van de gastronomie als de prins der dichters te paaien. Aan u om te uitmaken of de komende culinaire tiendaagse daar in zal slagen.
(Prent: collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience Antwerpen)
Proficiat Bart, men kan zich geen betere ambassadeur voor de Franse keuken bedenken. Ik wens u veel succes in (en ook buiten) deze week van de smaak.
http://gidsjoris.skynetblogs.be
joris-luyten1@telenet.be