HUMO

HUMO 150 150 Bart Van Loo

Deze week in HUMO. Een lang interview. Deskundig opgetekend door Danny Ilegems. Met foto’s van de enige, echte Carmen De Vos. Over het verschil tussen boek en optredens. Over het kluizenaarschap en het podiumbestaan. Over geschiedschrijving. Over onderwijs. Over identiteit. Over schilderkunst. En natuurlijk over ons Bourgondisch oerverhaal.

Hier kunt u het hele interview bekijken, en hier vindt u enkele mooie foto’s van Carmen De Vos. Hieronder twee fragmenten

FRAGMENT 1
HUMO – ‘De Bourgondiërs waren van oorsprong Germaans, en onderweg naar hier werden ze al gauw door en door katholiek, lees ik in uw boek. Is dat ons genetisch basismateriaal, onze identitei t?’
VAN LOO – «O, maar tegen de tijd dat ze hier waren was het al een zootje, hoor. Een onontwarbaar kluwen van identiteiten: Germaans en Latijns, met een scheutje Gallo-Romeins, katholiek en heidens, alles en nog wat. ‘Het zijn identitaire tijden,’ zeg ik op het einde van mijn voorstelling. We zijn op zoek naar onze oorsprong en onze basiswaarden. ‘Ons’ verhaal, ‘onze’ geschiedenis, ‘onze’ taal. Welnu, ik neem u mee naar het moment waarop we begonnen zijn met ‘onze’ te zeggen. En ik zeg: als die collectieve identiteit al bestaat, dan schiet ze wortel in die Bourgondische periode. Maar als je mijn boek goed leest, zul je vaststellen dat die identiteit van in het begin veelkleurig en meerduidig is.»
HUMO – ‘Als’ onze identiteit bestaat, zegt u. U bent voorzichtig.
VAN LOO – «Ja, identiteit is een glibberig iets, en een beladen begrip. Ik heb geen nationalistische agenda of ideologische bedoelingen. Als mensen het boek gaan lezen om er een eenduidig, eendimensionaal oorsprongsverhaal in te vinden, dan zijn ze eraan voor de moeite. Zoiets bestaat nu eenmaal niet. Nu, ik vind het net goed dat het een kluwen is. In ons leven is het toch ook een kluwen? Bij mij thuis toch: mijn vrouw is Frans, ik ben Belgisch en Vlaams, onze dochter is Vlaams-Bourgondisch. Ik ben van oorsprong een Kempenaar, dat gebied hoorde bij Brabant. Historisch gezien ben ik eigenlijk niet eens een Vlaming.»

 

FRAGMENT 2
Het onverwachte, het opmerkelijke, het onverklaarbare van zijn succes is ook de running gag van zijn show, want een lezing kun je een optreden van Bart Van Loo bezwaarlijk noemen. In anderhalf uur tijd leest hij twee korte stukjes voor uit zijn boek, opgeteld duurt dat nog geen minuut. De rest is stand-up history. Over de opkomst en ondergang van de Bourgondiërs, de echte stamvaders van de Lage Landen. Over hoe hij daar tegen het advies van al zijn vrienden in – ‘Commerciële zelfmoord!’ – een vuistdik boek over heeft geschreven. Een boek dat, tegen alle verwachtingen in, iedereen plots wil lezen.

‘Stand-up history, leuke vondst,’ zegt Bart Van Loo. Maar zijn achterdocht is zichtbaar gewekt. Hij wil niet doorgaan voor een vrolijke versimpelaar van de geschiedenis.
BART VAN LOO «Op het podium probeer ik een belangwekkend, consistent en meeslepend verhaal te brengen. Er mag af en toe gegniffeld worden, maar ik ben geen comedian. De mensen komen niet in de eerste plaats om te lachen, maar om iets te vernemen, iets te leren zelfs. En daarnaast is er die knoert van zeshonderd bladzijden. Het is dus stand-up, maar ook sit down and read. En bij Klara hebben we een serie van acht podcasts gemaakt van ‘De Bourgondiërs’, een luisterverhaal van alles samen meer dan elf uur. Daar kun je zelfs bij gaan liggen.»
HUMO Is ‘meeslepend vertellen’ de naam van het kunstje waarmee u een steeds breder publiek bereikt?
VAN LOO «Ja, ik ben die verteller, maar ik ben ook de kluizenaar, de researcher, de nerd die bijna vier jaar lang naarstig heeft zitten studeren op het onderwerp. Op het moment dat ik die geschiedenis bij elkaar puzzel, denk ik niet aan een publiek. Er zit dan maar één man in de zaal: ikzelf. Ik probeer een boek te schrijven dat ik zelf zou willen kopen en lezen. En ik moet er maar op vertrouwen dat dat ook het boek is dat de mensen willen hebben. Maar als het er eenmaal is, draai ik een schakelaar om in mijn hoofd. Dan begin ik na te den- ken over hoe ik dat verhaal moet vertellen op het podium. Dat is een ander ambacht.
Ik ben in zekere zin een autodidact. Ik heb leren schrijven door het te doen. Ik heb de scène leren beheersen door erop te gaan staan. En ik heb geen geschiedenis gestudeerd, ik kom uit de wereld van de literatuur.»