Dit vat veel samen

Dit vat veel samen 594 448 Bart Van Loo

Dit vat best veel samen: #climatechange, #blacklivematters en #metoo. Scherp en empathisch. Zeer lezenswaardig. Geschreven door Simon Demeulemeester van Knack, maar vooral van zichzelf.

—————————-

‘Ik heb een hekel aan grofheid, slechtheid en domheid, maar bovenal en op het moordlustige af heb ik een hekel aan lafheid.’

Die woorden van Joseph Roth, geschreven aan Stefan Zweig, zijn mijn motto sinds ik ze las. Ze vormen de leidraad voor mijn leven: verzet je tegen alles wat grof is, wat slecht is en bestrijd domheid. Wees hoffelijk, doe zoveel mogelijk het goede en ontwikkel jezelf. En dat moordlustige, daarin lees ik: bestrijd die drie plagen. Verzet je ertegen!

Er zijn drie maatschappelijke problemen waarin ik Roths woorden specifiek als leidraad zie. Klimaatverandering, racisme en discriminatie van vrouwen. In hedendaagse termen: #climatechange, #blacklivematters en #metoo.

Toen #metoo losbrak, was ik al een overtuigd feminist. Ik ben dat eigenlijk altijd geweest. Dat vond ik weinig bijzonder, gewoon een kwestie van elementair fatsoen en verstand. Marc Ombeni, psycholoog in het Congolese Panzi-ziekenhuis en dus alle dagen in de meest trieste realiteit, zei het me zo: ‘Elke vrouw die verkracht wordt, kan toch je moeder zijn?’

Maar #metoo heeft me pas echt doen inzien hoe snijdend de nood is aan een militant feminisme. Al die verhalen van al die vriendinnen! Bijna allemaal hebben ze zo’n #metoo-verhaal, velen zelfs verhalèn. Van boertigheid op straat en festivalweides over vulgaire opmerkingen op het werk tot rechttoe rechtaan seksueel geweld – van betasten en grijpen tot verkrachting.

Pas dan is de hamer op mijn kop gevallen, pas dan heb ik datgene beseft wat de schrijfster Margaret Atwood zo briljant beschreef: ‘Mannen zijn bang om uitgelachen te worden, vrouwen zijn bang vermoord te worden.’ Het besef dat vrouwen nog steeds, ook in beschaafde rechtstaten, hun fysieke integriteit niet overal en altijd zeker zijn. Dat meisjes moéten afspreken om samen naar fuiven te gaan en samen naar huis te rijden omdat de kans gewoon reëel is dat wanneer ze alleen zijn, ze botsen op de primitieve wet van testosterondrift en dikkere spieren.

Ik heb het geluk gehad in die tijd samen te werken met militante feministen zoals Saskia en Katrin en Wided en Lotte en Eva en Naomi en nog zoveel meer. Ik heb, ik denk dat ik dat kan zeggen, toen echt geluisterd naar wat zij zeiden wanneer we discussieerden op redactievergaderingen. Saskia heb ik bij haar spijtige afscheid van onze boite geschreven dat ze van mij een betere feminist heeft gemaakt. Ik ben haar, en de rest die dat ook heeft gedaan, daar nog altijd dankbaar voor.

Sindsdien ben ik er gevoelig aan geworden wanneer bij vergaderingen en op feestjes weer eens een vrouw niet wordt gehoord – letterlijk en figuurlijk – en een man aan de haal gaat met haar grap of idee. Ik steiger wanneer maten reacties van vriendinnen expliciet framen als vrouwelijk: ‘hysterisch’, ‘ze heeft haar regels’, ‘vrouwen hebben geen gevoel voor humor’. Ik reageer sindsdien altijd wanneer een vrouw wordt gediskwalificeerd omdat ze een vrouw is.

Stella Bergsma, schrijfster van de meesterlijke roman ‘Pussy Album’ en het geweldige feministische manifest ‘Nouveau Fuck’, antwoordde in Knack op mijn vraag wat mannen kunnen betekenen voor het feminisme, het volgende: ‘Luisteren. Dat helpt. Af en toe luisteren en je bek houden. (…) Niet meteen je hakken in het zand zetten als een kleuter die toch al alles krijgt. Dat kun je dus doen als man. En dan kun je alsnog besluiten dat het allemaal gezeik is.’ Ik heb geleerd ondertussen vaker mijn bek te houden en dat heeft niet alleen de ander iets opgeleverd, maar ook mezelf.

Wat bovengenoemde dames hebben gedaan inzake feminisme, heeft Frederik Houssin voor mij gedaan inzake klimaatverandering. Zijn kennis over de natuur heeft mij zeer geïnspireerd, net als zijn positieve, pragmatische manier om de problemen waarmee ze kampt, te lijf te gaan. Ik ben trots dat we samen de vzw Het Ministerie Voor Natuur hebben opgericht. Het is een manier om maatschappelijk geëngageerd te zijn, om te strijden tegen domheid en grofheid en slechtheid, zonder dat ik me als journalist op glad ijs begeef. Wie me wil diskwalificeren omdat ik me inzet voor bloemetjes en bijtjes, is echt van het padje af. Ajuus, dus.

Ook het derde probleem wil ik nu oprecht aanpakken. Racisme is de samenvloeiing van de drie plagen waarover Roth het had, grofheid, slechtheid en domheid. Racisme is grof en slecht en dom in haar uitingen, van het ‘Ik ben geen racist, maar…’ tot het brutale geweld waartegen #blacklivesmatter in opstand komt.

Mijn broer en ik zijn als kind doordrongen geworden van hoe vies racisme is. Mijn ouders hadden veel vrienden met migratieachtergrond, mijn vader is ondertussen zelf dik 15 jaar een migrant. Die diverse omgeving was fijn – ik mis nog alle dagen de loeipikante Tunesische keuken waar ik als kind zoveel van heb genoten. Ik mis het vandaag – hoe raar dat ook klinkt – dat ikzelf niet zo’n vriendengroep heb waarin er veel verschillende talen worden gesproken.

Toch heb ook ik, met mijn nochtans niet klein uitgevallen bek, te vaak gezwegen wanneer mensen het hadden over ‘zwartzakken’, over ‘die soort’, over ‘makakken’. Ik wil dat niet meer. Het is niet langer de tijd om te zwijgen. Zoals El Sympatico Jeroen Meus zei in ons Kerstnummer vorig jaar, het was een van de beste titels die we hebben afgedrukt dat jaar: ‘Bij mij moet je niet meer afkomen met racistische praat’.

Het is inderdaad niet langer de tijd om te zwijgen. Niet over all things #metoo, niet over klimaatverandering, niet over racisme.

Ik wil mijn best doen om geen deel te zijn van het probleem. Ik wil deel zijn van de oplossing. Hopelijk lukt dat: spreken wanneer het moet en daarbij de juiste woorden vinden. Want woorden tellen. Geen enkele volkerenmoord is niet voorafgegaan door giftige taal. Blaffende honden bijten niet, dat geldt alleen voor beesten. Niet voor mensen. Laat grove, slechte en domme mensen lang genoeg blaffen zonder dat er eens wordt gezegd ‘genoeg’ en ze zúllen bijten.

Er wordt vandaag al gebeten. In de lijven van Joden en zwarten, in de lijven van pendelaars in het metrostation van Maalbeek en reizigers op de luchthaven van Zaventem.

Ik hoop dat ik zelf het goede voorbeeld zal kunnen geven. Daden spreken nog altijd luider dan woorden. Zoals wij onze kinderen leren om aardig te zijn tegen mensen – freundlich sein! – en hen dat zelf ook voordoen: we zeggen mensen goeiedag op straat, zeggen dankjewel en alsjeblief en stappen zelf af op mensen van wie we denken dat ze hulp nodig hebben.

Zo hoop ik dat ik moedig genoeg zal zijn om in te gaan tegen groepsdruk en me niet omver te laten blazen door boertigheid. Moedig genoeg om recht te staan en te zeggen: genoeg.

#blackouttuesday