Karel van de Woestijne

Karel van de Woestijne 940 788 Bart Van Loo

Op deze Dag van de Arbeid begonnen in “De Modderen man” – een bundel uit 1920, in een editie uit 1930. Ooit een eerste keer gelezen, lang geleden. Het is een van die zeldzame Vlaamse bundels waar de inspiratie van Charles Baudelaire in doorschemert.

Van de Woestijne schrijft in een poëtisch Zuid-Nederlands van honderd jaar geleden, en dat merk je natuurlijk, maar zijn taal staat toch een pak dichter bij me dan het taalkundig universum van Guido Gezelle. In het eerste gedicht (strofe 2) is het in ieder geval meteen raak: “O buik die glooit en glanst gelijk een beukelaar”. Prachtig.